“Divided we will fail, united we can build.” Deze woorden van kindervredesprijswinnaar Baruani Ndume – wellicht losjes gebaseerd op de ‘United we can stand, divided we will fall’ van John Dickinson – klonken deze week in mijn hoofd toen ik door LinkedIn scrollde. De afgelopen dagen had dit sociale netwerkplatform er ineens (tijdelijk) honderden Peters bij. Het waren vrouwen die deelnamen aan de campagne ‘Mijn naam is Peter’ van BrandedU en WOMEN Inc., om aandacht te vragen voor het feit dat er meer mannen met de naam Peter CEO zijn in Nederland dan vrouwen.
Naast alle Peters, zag ik ook een hoop vrouwen die bewust hun eigen naam hielden en mannen opriepen hun naam te veranderen in Petra (of Petruschka, zoals prins Constantijn deed) en zag ik Petres voorbij komen. Campagneversplintering, noem ik dat.
Inhakers
Het is logisch en niet tegen te houden dat anderen inhaken op jouw campagne; de aandacht is er immers al. Sterker nog: als dat inhaken op een manier gedaan wordt dat het meer aandacht genereert voor jouw boodschap, werkt het vaak alleen maar versterkend. Maar de toon die ik soms zie bij bepaalde ‘inhakers’, vind ik kwalijk. Zo had de campagne volgens criticasters bijvoorbeeld gericht moeten zijn op mannen; laat die maar in actie komen. De initiatiefnemers zouden aandacht moeten besteden aan het probleem van racisme op de werkvloer/aan de bestuurstafel, in plaats van aan vrouwen.
En hoewel het mooi is dat het iets oproept in de samenleving, voelt het ook als een aanval op het initiatief. Neem het laatstgenoemde voorbeeld, waarbij gezegd wordt dat racisme een groter probleem is dan het glazen plafond voor vrouwen. Kunnen die dingen niet naast elkaar bestaan? Het is toch niet zo dat als je bij de psycholoog binnen loopt voor bindingsangst omdat je moeder je als kind in de steek gelaten heeft, dat de therapeut dan zegt: “Er zijn ook mensen die seksueel misbruikt zijn als kind, dus vind jezelf niet zo zielig.”
Het is toch niet zo dat als je bij de psycholoog komt voor bindingsangst dat de therapeut dan zegt: “Er zijn ook mensen die seksueel misbruikt zijn als kind.”
Nuance is niet altijd beter
Hetzelfde geldt voor woorden als ‘doe op je eigen manier mee aan deze campagne’: hoewel ze overkomen als een steun in de rug, impliceren ze toch dat je niet helemaal achter de campagne staat. En ik vraag me dan af: is het punt dat jij wil maken echt belangrijker dan de uitgedragen boodschap? Voegt jouw nuance iets toe of doet het juist af aan het gemaakte statement? Het is net als politiek: je hoeft het niet 100% eens te zijn met een politieke partij om je daarbij aan te sluiten. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat als de campagne iets met je doet, dat je het dan geen goede campagne vindt. Wat verder ook jouw waarden zijn. Of dat je niet kan sympathiseren met de organisatie erachter en hún missie, ookal is die voor jou niet het belangrijkste op dit moment.
Verbind en heers
Er zijn veel problemen die gefixt moeten worden in onze samenleving. Laat je inspireren door deze actie en lanceer vervolgens zelf een goede campagne die jóuw boodschap onder de dacht brengt. Als je dat goed doet, versterk je elkaars boodschap, in plaats van dat je ‘m versplintert. Strijd samen, niet tegen elkaar. Bagatelliseer het ene probleem niet, omdat het andere wellicht groter is. Kaap geen campagne (of nog erger: haal ‘m niet neer), om jouw eigen boodschap te verkondigen. Het krachtige van deze campagne is wat mij betreft juist dat vrouwen als één front opstaan. Samen. Dus mijn boodschap is: verbind. Unite. Build.